Tips voor als je wilt deelnemen
Misschien krijg je weleens een verzoek om mee te doen aan een onderzoek naar spierziekten. Spierziekten Nederland stuurt regelmatig uitnodigingen. Wellicht vind je ze ook op internet.
Hieronder staan enkele tips die je kunnen helpen bepalen of je wel of niet wilt meedoen.
Tip 1. Beoordeel de betrouwbaarheid
Als Spierziekten Nederland informatie toestuurt over deelname aan een onderzoek, is gecontroleerd dat het onderzoek betrouwbaar is en bijvoorbeeld voldoet aan wetgeving (zie het kader over de WMO). Daar kun je ook van uitgaan bij uitnodigingen van je arts, het spierziekte-expertisecentrum en/of een ziektegebonden registratie. Krijg je via een andere weg een uitnodiging en twijfel je over de betrouwbaarheid? Neem dan contact op met je arts.
Tip 2. Lees de deelnemersinformatie goed door
Onderzoekers zijn verplicht je goed te informeren over wat meedoen aan een onderzoek inhoudt. Dit noemt men ‘informed consent’. Je krijgt daarvoor vooraf informatie, mondeling en op papier. Lees de informatie over het onderzoek goed door en zorg dat je deze begrijpt. Op de website Kind en Onderzoek vind je vragen die je jezelf en de onderzoeker kunt stellen. Voorbeelden zijn: wat is het doel van het onderzoek, hoe belastend is het om mee te doen, wat zijn de risico’s en wie kun je bellen als je vragen hebt? Let ook op de in- en exclusiecriteria (zie het kader over deze criteria). Informatie over meedoen aan onderzoek in het algemeen vind je in de brochure van Rijksoverheid, informatie voor de proefpersoon.
Tip 3. Bedenk de vóór- en nadelen
Bedenk wat deelname jou (mogelijk) oplevert en kost.
Mogelijke voordelen | Mogelijke nadelen |
Je draagt actief bij aan wetenschappelijk onderzoek: je helpt mee aan nieuwe inzichten die gunstig kunnen zijn voor jezelf of anderen in de toekomst. | Je maakt kans op een nepmiddel (placebo) in plaats van de mogelijke behandeling of het mogelijke medicijn. |
Je maakt kans op een behandeling of medicijn voordat er markttoelating voor is. | Voor sommige onderzoeken is het nodig regelmatig het ziekenhuis te bezoeken en/of vervelende, soms pijnlijke onderzoeken te ondergaan. |
Bij gunstige resultaten kan besloten worden dat je de behandeling blijft ontvangen in afwachting van het moment dat die daadwerkelijk op de markt komt. | Het gaat om een proef, dus het kan zijn dat de behandeling niet het gewenste effect heeft. Of dat er vervelende of zelfs levensbedreigende bijwerkingen optreden of de ziekte verergert.* |
| Mogelijk zijn er praktische en emotionele bezwaren. Denk aan reisafstand, opnemen van vrije dagen of opvang regelen voor kinderen. Maar ook: moeten omgaan met hoopvolle verwachtingen en soms tegenvallende resultaten. Voor sommige onderzoeken gelden daarnaast bepaalde leefregels waar je je aan moet willen houden. |
*Bij ernstige en/of onverklaarbare bijwerkingen kan het onderzoek vroegtijdig worden stilgelegd.
Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO)
In Nederland is er de wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. Die wet beschermt deelnemers (proefpersonen) op verschillende manieren. Hier staan de kernpunten.
- Er moet een toetsing vooraf zijn door een erkende medisch-ethische commissie.
- Proefpersonen worden schriftelijk en mondeling geïnformeerd over wat meedoen aan het onderzoek inhoudt.
- Proefpersonen hebben recht op verzekering (bijvoorbeeld door onverwachte schade die door het onderzoek ontstaat) en meestal ook op reiskostenvergoeding.
- Proefpersonen mogen zich op elk moment terugtrekken uit het onderzoek (als het medisch onverantwoord is om plotseling te stoppen met de behandeling wordt dat uiteraard uitgelegd).
- De gegevens worden alleen gebruikt binnen de wettelijke kaders voor privacy.
- Er wordt nooit geld gevraagd aan proefpersonen.
In- en exclusiecriteria
Deelname aan wetenschappelijk onderzoek is altijd vrijwillig. Maar let op: je kunt niet altijd meedoen als je dat wilt. Soms zijn er strenge eisen van de onderzoekers waaraan je moet voldoen. Die eisen worden inclusiecriteria en exclusiecriteria genoemd. Ze hebben bijvoorbeeld betrekking op je leeftijd, ernst van de ziekte en eventuele bijkomende aandoeningen. Ook je conditie, gewicht en een actuele diagnose zijn vaak belangrijk. Op sommige van deze aspecten heb je mogelijk zelf invloed: zie ook de webcast over medicijnonderzoek.