Myotone dystrofie type 1 (MD 1)

Bij MD 1 ontspannen de spieren langzaam na aanspanning. Ook worden de spieren langzaam steeds zwakker.

Myotone dystrofie (MD 1) in het kort

Myotone dystrofie  type 1 (MD 1), ook de ziekte van Steinert genoemd, is een erfelijke en zeldzame ziekte. Mensen met MD 1 hebben stijve spieren die langzaam ontspannen (myotonie) en krijgen langzaam aan steeds zwakkere spieren (dystrofie). Niet alleen de spieren, maar ook andere organen kunnen problemen geven. Daarnaast voelen mensen met MD1 zich vaak moe en futloos, en hebben ze meer slaap nodig. Bij kinderen kan de ziekte zorgen voor leer- en gedragsproblemen.

Er zijn vier vormen van MD 1 en er is ook myotone dystrofie type 2 (MD 2), ook wel proximale myotone myopathie of PROMM genoemd.

Naar alle feiten over MD 1

MD 1 in getallen

8000

Ongeveer 1 op de 8.000 mensen heeft MD 1

50

Als één van de ouders MD 1 heeft, heeft elk kind een kans van 50% dat ook MD 1 heeft.

4

Er zijn vier vormen MD 1 die zich op verschillende wijzen uiten.

Verhalen van anderen

Robert

“Ik ging allerlei kunstjes bedenken om dingen toch te kunnen vasthouden of tillen. Afleiding is volgens mij het beste medicijn”

Lees het verhaal van Robert
Pieter

“Mensen denken vaak dat ik boos ben omdat mijn aangezichtsspieren verslapt zijn. Ze begrijpen niet dat mijn gezichtsuitdrukking het gevolg is van mijn ziekte”

Het verhaal van Pieter
Ineke

“Soms is hij net een kind in een oudemensenlijf. Hij wil het liefste thuisblijven en uitrusten”

Lees het verhaal van Ineke

Praat ook mee in het Myocafé

Praat ook mee in het Myocafé, de online ontmoetingsplaats voor mensen met een spierziekte
Sigrid

“Veel spierziekten zijn zo zeldzaam dat je in het dagelijkse leven niet zomaar iemand tegenkomt die jou écht begrijpt. Sinds ik medio 2022 ineens flink achteruitging, heb ik veel steun mogen vinden op Myocafé.”

Veelgestelde vragen

Wat is MD 1 ?

Myotone dystrofie (MD) heet ook ziekte van Steinert of myotone dystrofie type 1. Het is een zeldzame erfelijke ziekte. Ongeveer 1 op de 8000 mensen heeft deze aandoening, maar dit verschilt per bevolkingsgroep. Mensen met MD hebben stijve spieren die langzaam ontspannen (myotonie) en spieren die steeds zwakker worden (dystrofie). Niet alleen de spieren, maar ook andere organen kunnen problemen geven. Daarnaast voelen mensen met MD zich vaak futloos en moe en hebben ze meer slaap nodig. Bij kinderen kan MD zorgen voor leer- en gedragsproblemen.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Het duurt vaak jaren voordat mensen merken dat er iets mis is. De klachten verschillen per persoon en per type MD. Daardoor herkennen artsen soms niet direct dat het om dezelfde ziekte gaat binnen een familie.

  • Milde vorm: de ziekte wordt vaak pas ontdekt als een kind uit de familie de volwassen vorm blijkt te hebben.
  • Volwassen vorm: spieren worden langzaam zwakker. In het begin zijn er vaak vage klachten zoals moeheid, buikpijn en slikproblemen. Dit kan jaren duren voordat de ziekte wordt herkend.
  • Kindervorm: problemen worden meestal duidelijk als een kind moeite heeft met leren op de basisschool.
  • Congenitale vorm (bij baby’s): de spierzwakte is al direct na de geboorte zichtbaar.

Een neuroloog stelt de diagnose door te kijken naar typische klachten, zoals stijve spieren en spierzwakte in het gezicht, de nek, armen en benen. De ziekte kan worden bevestigd met een spieronderzoek (EMG) of met DNA-onderzoek. Een klinisch geneticus (specialist in erfelijke ziekten) kan ook de diagnose stellen, bijvoorbeeld als er familieonderzoek wordt gedaan.

Meer informatie over diagnose en behandeling vind je op de website van het MD-expertisecentrum.

 

Welke namen worden gebruikt voor myotone dystrofie?

Andere namen voor deze ziekte zijn:

  • Ziekte van Steinert
  • Ziekte van Curschmann-Steinert
  • Dystrophia myotonica
  • Dystrofische myotonie

In Nederland wordt de naam myotone dystrofie het meest gebruikt. Myotonie betekent dat spieren te langzaam ontspannen. Dystrofie betekent spierzwakte.

Is MD erfelijk?

Ja, MD is een erfelijke ziekte. Elk kind van een ouder met MD heeft 50% kans om de ziekte te krijgen. De ziekte komt door een fout in een gen op chromosoom 19. Als MD in de familie voorkomt en je wilt kinderen, is het verstandig om advies te vragen bij een specialist in erfelijke ziekten (klinisch geneticus). Dit is ook belangrijk als je zelf nog geen of weinig klachten hebt.

Lees meer over erfelijkheid bij onze thema’s

Wat is de prognose bij MD?

De prognose is sterk afhankelijk van het type MD. Meestal neemt de spierzwakte langzaam toe.
De kenmerkende futloosheid, slaperigheid, gebrek aan initiatief en de maag- en darmproblemen bij volwassenen hebben een grote invloed op het dagelijks leven van patiënt en partner.

Wat zijn de verschijnselen van MD?

Hieronder vind je de belangrijkste vroege en late verschijnselen per type MD. Er zijn nog veel meer verschijnselen te noemen.

Type Beginleeftijd Vroege symptomen Late symptomen
Mild  boven 50 jaar grijze staar myotonie, lichte spierzwakte
Volwassenen tussen 12 – 50 jaar myotonie, spierzwakte toenemende spierzwakte, grijze staar, traagheid, weinig initiatief, slaperigheid, orgaanstoornissen
Kinderen tussen 1 – 12 jaar leerproblemen, spraakproblemen, darmklachten myotonie, spierzwakte
Congenitaal bij geboorte spierslapte, ademhalings-/ slikproblemen, leer- en spraakproblemen, klompvoetjes myotonie, spierzwakte

 

Is er een behandeling voor MD?

Er is geen geneesmiddel voor myotone dystrofie. Wel kunnen sommige klachten behandeld worden. Bijvoorbeeld:

  • hangende oogleden zijn te corrigeren met een operatie;
  • darmproblemen en extreme slaperigheid kunnen met medicijnen worden behandeld.

Ook kunnen verschillende specialisten helpen. Bijvoorbeeld: een revalidatiearts, fysiotherapeut, ergotherapeut, diëtist, logopedist en maatschappelijk werker.

Is er een medicijn tegen extreme slaperigheid?

Ja, er is een medicijn genaamd modafinil (Modiodal®). Dit helpt tegen de neiging om veel te slapen, maar niet tegen vermoeidheid.

Komt pijn voor bij mensen met MD?

Ja, ongeveer de helft van de mensen met MD heeft dagelijks pijn. Dit komt vaker voor dan bij mensen zonder MD.

Veelvoorkomende pijnklachten:

  • 25% spierpijn
  • 14% rugpijn
  • 8% gewrichtspijn
  • 6% hoofdpijn
  • 4% buikpijn

De meest voorkomende pijn zit in de onderrug, bovenbenen, schouders en buik.

Heeft pijn invloed op het dagelijks leven?

Pijn bij MD heeft geen directe link met leeftijd, spierzwakte of vermoeidheid. Dit betekent dat pijn en vermoeidheid twee aparte problemen zijn bij MD. Veel mensen met MD ervaren beide klachten.

Lees meer over pijn en pijnbehandeling

Kan een zwangerschap en bevalling risico’s hebben bij vrouwen met MD?

Ja, tijdens de zwangerschap kunnen problemen ontstaan, zoals te veel vruchtwater of zwakke weeën. Daarom is het belangrijk dat een gynaecoloog de zwangerschap begeleidt en dat de bevalling in een ziekenhuis plaatsvindt.

Bekijk voor meer informatie ook de brochure Kinderwens bij een spierziekte.

Wat kan ik doen tegen hangende oogleden?

Je kunt een ooglidcorrectie laten doen. Maar de oogleden kunnen later weer gaan hangen. Een andere optie is een ptosisbril. Deze bril helpt om de oogleden omhoog te houden.

Kan ik laten onderzoeken of mijn ongeboren kind MD heeft?

Ja, dit kan. Rond de elfde week van de zwangerschap kan een vlokkentest laten zien of het kind de aanleg voor de ziekte heeft. Als dat zo is, kunnen de aanstaande ouders eventueel besluiten de zwangerschap af te breken.

 

Heeft het zin om navelstrengbloed op te slaan voor stamceltherapie?

Stamcelonderzoek is nog in ontwikkeling. Er zijn grote verwachtingen, maar het is nog niet duidelijk of stamcellen echt kunnen helpen bij MD.

  • Stamcellen kunnen spiercellen maken, maar we weten nog niet hoeveel en of ze goed werken.
  • De donor (bijvoorbeeld een broer of zus) moet voor een kwart genetisch overeenkomen.
  • Stamceltherapie bestaat nog niet voor MD.

Opslag is dus een soort verzekering zonder garantie. Opslaan kan alleen bij commerciële bedrijven is duur. De Universitair Medische Centra betalen hier niet voor.

Kan MD leerproblemen bij kinderen veroorzaken?

Ja, kinderen met MD kunnen moeite hebben met leren en met sociale contacten. Ook kunnen ze last hebben van vermoeidheid, spraakproblemen en spierzwakte. Het is goed om de school te informeren over MD, zodat ze hier rekening mee kunnen houden. Je kunt informatie geven van Spierziekten Nederland of advies vragen bij Kempenhaeghe. Een kinderarts of kinderneuroloog kan een verwijzing geven.

Wordt MD steeds erger in de volgende generatie?

Ja, in de meeste gevallen wordt de ziekte ernstiger en begint deze op jongere leeftijd. Dit komt doordat het MD-gen groter wordt bij iedere generatie.

Voorbeeld binnen een familie:

  • Oma of opa: alleen last van staar (milde vorm).
  • Vader of moeder: spierzwakte, myotonie, extreme slaperigheid en darmproblemen (volwassen vorm).
  • Kind: leer- en spraakproblemen (kindervorm).
  • Baby: ernstige ademhalings- en slikproblemen bij de geboorte (congenitale vorm).

Waarom is narcose gevaarlijk bij MD?

Mensen met MD zijn extra gevoelig voor bepaalde narcosemiddelen, pijnstillers en spierverslappers. Dit kan leiden tot problemen met de ademhaling en het hart tijdens een operatie. Daarom is het heel belangrijk om de anesthesist van tevoren te waarschuwen. Tijdens en na de operatie moeten ademhaling en hartfunctie minimaal twee dagen goed gecontroleerd worden. Als het mogelijk is, kan een lokale verdoving veiliger zijn dan narcose.

Welke organen kunnen zijn aangedaan bij MD?

  • Hart: er kunnen zich hartritmestoornissen voordoen. Geregeld ECG-onderzoek is aan te bevelen.
  • Longen: na verslikken kan een longontsteking ontstaan. Deze kan worden behandeld met antibiotica.
  • Maag en darmen: je kan last hebben van problemen met slikken, diarree en/of obstipatie en galstenen.
  • Huid: kaalheid bij mannen (en in mindere mate bij vrouwen).
  • Ogen: grijze staar.
  • Hersenen: traagheid, initiatiefloosheid, slaperigheid, verstandelijke handicap (bij kindervorm kinder type en congenitale vormtype).

Er kan ook sprake zijn van suikerziekte en van hormonale stoornissen die leiden tot onvruchtbaarheid bij de man en onregelmatige menstruatie bij de vrouw.

Wat is de relatie tussen MD en de ‘overige myotonieën'?

PROMM is een erfelijke ziekte die veel lijkt op myotone dystrofie. PROMM wordt daarom meestal MD 2 genoemd. Het gen voor PROMM ligt op een ander chromosoom. Een aantal ziektes van natrium-, kalium-, calcium- en chloorkanalen (de zogenaamde ‘non-dystrofische myotonieën’) leiden – net als myotone dystrofie – tot spierkramp (myotonie) en soms spierzwakte. Maar daarmee houdt de overeenkomst met myotone dystrofie  op. De andere verschijnselen die kenmerkend zijn voor MD doen zich bij deze ziektebeelden niet voor.

Maak kennis met je diagnosewerkgroep

Aan deze pagina werkten medisch adviseurs mee en vrijwilligers van de diagnosewerkgroep myotone dystrofie/myotonieën. Deze diagnosewerkgroep richt zich op betrouwbare, actuele informatie over spierziekten waaronder myotone dystrofie. Zij volgen de ontwikkelingen op het gebied van onderzoek en goede zorg op de voet. Leden kunnen contact opnemen.

Kom in contact