De registratie en verwerking van pijnsignalen vindt plaats in de hersenen. Met een gewone MRI kan de ligging en de grootte van een orgaan weergegeven worden. Maar met een zogenaamde functionele MRI (kortweg fMRI) kan hersenactiviteit gemeten worden. Ook kan men de verbindingen in de hersenen in beeld brengen. “Het is gebleken dat bij patiënten met bepaalde pijnsyndromen de hersenactiviteit anders is dan bij gezonde personen”, lichten de onderzoekers toe. “Daarom wilden we bij patiënten met DVN de hersenactiviteit meten en de verbindingen in de hersenen in beeld brengen.”
De onderzoekers scanden 32 mensen met DVN – onder wie twaalf met een erfelijke variant – en 21 controlepersonen. “Dit doen we in rust en na een korte warmteprikkel, omdat de klachten bij sommige patiënten bij warmte toenemen. De resultaten van de fMRI-scan worden vergeleken met een normale MRI-scan. Er is een groep gezonde proefpersonen nodig om daadwerkelijk te kunnen bepalen wat er anders is. Hiermee kunnen we beter begrijpen wat er precies gebeurt in de hersenen bij mensen met DVN en pijn.”
Momenteel zijn de onderzoekers alle gegevens nog aan het analyseren. Voorlopige resultaten laten evenwel significante verschillen zien tussen de groepen, zowel in hersenstructuur als in hersenactiviteit. De onderzoekers verwachten dat fMRI bruikbaar is als meetinstrument bij toekomstige onderzoeken.
Meer weten?
Lees meer over het onderzoek