MRI is een beeldvormingstechniek waarmee je kunt zien welke spieren zijn aangedaan en in welke mate. “Bepaalde MRI-maten blijken goed in staat om de achteruitgang bij SMA te meten. Zelfs al voordat dit in de spierkracht en spierfunctie te meten is”, vertelt Otto. “MRI lijkt hierbij een aanvulling op de huidige uitkomstmaten die in de kliniek en in wetenschappelijk onderzoek gebruikt kunnen worden.”
Voorzichtige aanwijzing
De MRI-maten zijn onderzocht bij jonge kinderen die behandeld werden met het middel nusinersen (Spinraza). Het medicijn wordt gebruikt bij de behandeling van SMA. Tijdens het promotieonderzoek werden specifieke patronen gevonden bij kinderen die goed reageren op de behandeling. “Dit kan gezien worden als een voorzichtige aanwijzing voor het voorspellen van behandelsucces”, legt Otto uit. Het promotieonderzoek pleit voor MRI-spieronderzoek als meetinstrument voor ziekte-ernst, ziekteprogressie en behandeleffect.
Mate van vervetting
“MRI is een niet-pijnlijk, veilig en weinig belastend instrument om in een korte tijd veel te weten te komen over spieren. We hebben jong en oud met SMA bestudeerd en hebben spieren van alle gradaties van ‘vervetting’ gemeten.”
Vervetting is een fenomeen dat bij veel spierziekten optreedt: spieren raken meer aangedaan door de ziekte en het spierweefsel wordt vervangen door vet. De mate van vervetting kan iets zeggen over de ernst van de aandoening en het mogelijke succes van een behandeling. “Om de belasting en risico’s van een behandeling te rechtvaardigen, is het belangrijk om vroegtijdig het onderscheid te kunnen maken tussen mensen er die wel of niet (of onvoldoende) op zullen reageren.”
Meer onderzoek nodig
“Hopelijk zal meer onderzoek uitwijzen of deze MRI-technieken ook al aan het begin van een behandeling kunnen worden ingezet om behandelsucces te voorspellen. Zeker nu er meer medicijnen beschikbaar komen voor mensen met SMA, is het belangrijk om voor ieder individueel de best mogelijke therapie te kiezen.”
Promotie
De promotie van Louise Otto vond plaats op 22 maart aan de Universiteit Utrecht. Het onderzoek van dr. Otto werd uitgevoerd onder leiding van prof. dr. Ludo van der Pol en prof. dr. Jeroen Hendrikse. Het werd medegefinancierd door het Prinses Beatrix Spierfonds.
https://www.spierfonds.nl/onderzoek/mri-van-spier-en-ruggenmerg-als-biomarker-voor-sma