Klachten en verloop bij ALS
Klachten
De diagnose ALS wordt gesteld door naar bepaalde patronen in de klachten te kijken. Hierdoor duurt het gemiddeld tien maanden na de eerste tekenen voordat de diagnose met voldoende zekerheid kan worden gesteld.
In het begin zijn er vaak vage klachten, zoals spierzwakte en moeheid, meestal in één arm of been. Na enkele maanden volgen ook klachten in andere ledematen. Door verzwakking van de spieren worden eenvoudige handelingen, zoals het opendraaien van een kraan of het traplopen, steeds moeilijker.
Bij ongeveer een derde van de mensen beginnen de klachten van ALS in mond en keel, met problemen met slikken. Er kan zich ook een lichte verandering van de stem voordoen.
Verloop
De klachten van ALS nemen in de loop van de tijd in ernst toe. Hoe snel dat gaat, verschilt van persoon tot persoon. Onder meer kramp, stijve spieren, en overbelasting van spieren die nog wel goed werken, kunnen pijnlijk zijn. In een minderheid van de gevallen lijkt de ziekte gedurende vele maanden of zelfs jaren stil te staan.
Het progressieve karakter van ALS heeft veel fysieke problemen tot gevolg en kan geestelijk moeilijk te verwerken zijn. Je wordt keer op keer geconfronteerd met een voortschrijdende beperking van bewegingen en wordt daardoor steeds afhankelijker van anderen en van hulpmiddelen. Deze lichamelijke afhankelijkheid betekent in toenemende mate een belasting voor partner, gezin of andere betrokken naasten. Ook zij hebben, zeker als ze de verzorging op zich nemen, behoefte aan begrip en steun.
Bij ongeveer 8% van de mensen met ALS komt ook frontotemporale dementie (FTD) voor. Dit lijkt op de ziekte van Alzheimer. Kenmerken zijn: verlies van initiatief, gebrek aan (ziekte-)inzicht, ongecontroleerd gedrag, geheugenproblemen en taalstoornissen. Lichte cognitieve stoornissen hoeven niet per se een voorbode te zijn van een zich ontwikkelende FTD.