Prof. dr. Frans Nollet gaf vrijdag 28 juni 2024 zijn afscheidscollege in de aula van de Universiteit van Amsterdam. Het was met recht een college, goed opgebouwd door vanuit een flink aantal concrete praktijkvoorbeelden toe te werken naar een duidelijke boodschap. Het publiek reageerde na afloop enthousiast met een staande ovatie. We willen hier graag de belangrijkste boodschap uit het afscheidscollege doorgeven.
Afscheidscollege Frans Nollet
Let op. Dit is een ouder bericht. Het kan zijn dat de inhoud niet meer actueel is.

De werkgroep volgt daarbij de omgekeerde weg: we beginnen met de boodschap en lichten die toe met een keuze uit de voorbeelden die in het afscheidscollege waren opgenomen. In deze samenvatting zijn de tussen aanhalingstekens geplaatste passages letterlijke citaten uit het afscheidscollege.
Voor Nollet gaat het in de revalidatiegeneeskunde ‘om het functioneren van mensen, hun deelname aan de maatschappij en hun welbevinden en kwaliteit van leven. De revalidatiegeneeskunde kan daarbij een breed palet van deskundigheden inzetten van technisch tot psychologisch, en vindt plaats in een interdisciplinaire, transmurale context, en over vele jaren.’
Nollet beschouwt het onderzoek en het onderwijs als ‘essentieel om het vak te ontwikkelen en uit te dragen.’ Nollet pleit ervoor om het functioneren van mensen als uitgangspunt te gebruiken om de zorg samenhangend te organiseren. Dat vertrekpunt is beter ‘dan uit te blijven gaan van geïsoleerde aandoeningen, beseffende dat veel aandoeningen niet zijn te voorkomen en lang niet altijd te genezen.’
Drie aandachtspunten
We gaan in op drie aandachtspunten: het functioneren van mensen, het brede palet van deskundigen, en de keuze voor de mens als vertrekpunt van de zorg.
- Het functioneren van mensen, hun deelname aan de maatschappij, hun welbevinden en hun kwaliteit van leven, daar draait het om in de revalidatiegeneeskunde.
De gevalsbeschrijvingen die Nollet liet zien, maken duidelijk hoe belangrijk het is om de blik op dat integrale functioneren van mensen gericht te houden. Meneer Ferry met zijn enthousiasme over de beenbeugel van koolstof met een supersonisch kniescharnier. Freek, wiens werk achter computerschermen zijn lust en zijn leven is, en die kampt met afnemende mogelijkheden.
En dan het hartverscheurende verhaal van Simone, die Nollet al zag toen ze tien maanden oud was en die, na een succesvolle schoolloopbaan, nu op haar 28e geen perspectief meer ziet. Stuk voor stuk mensen van vlees en bloed van wie de zo herkenbare worsteling met het leven in Nollets college zo levensecht, indringend en hartverwarmend naar voren komt.
- Hoe sta je als revalidatiearts mensen bij, die zoveel te verstouwen hebben, fysiek, emotioneel, sociaal? Voor Nollet kan dat alleen maar door de inzet van een breed palet van deskundigen. Natuurlijk de revalidatiearts, maar ook de instrumentmaker, de bewegingswetenschapper, de fysiotherapeut, de ergotherapeut, de maatschappelijk werker en, niet te vergeten, de psycholoog. Kijk naar het voorbeeld van mevrouw Papageorgeopoulos. Nollet vertelt: “De afgelopen periode heeft zij enkele afspraken met onze revalidatiepsycholoog gehad en is daar heel blij mee. Ze heeft kunnen praten over haar verdriet van de late achteruitgang en de nare herinneringen aan haar kinderjaren met polio, die hierdoor weer naar boven waren gekomen. Nu kan zij verder!”Hoe heeft Nollet vormgegeven aan de inzet van een breed palet van deskundigen? Een voorbeeld bij uitstek is het maandelijks organiseren van een multidisciplinaire post-poliodag. Nollet zegt daarover: ‘Patiënten worden dan op één dag gezien door het revalidatieteam, door fysiotherapie, ergotherapie, maatschappelijk werk en revalidatiearts. Uitgangspunt zijn de vragen die patiënten zelf hebben over hun klachten en dagelijks functioneren en waar zij antwoord op willen krijgen. De dag eindigt met een nabespreking van de patiënt met het team. Daarin worden de belangrijkste conclusies besproken en worden afspraken gemaakt over het vervolg. De patiënt krijgt zelf het verslag met een kopie aan de huisarts. Andersom dus. Patiënten vinden dit erg waardevol. En het is ook goed voor de samenwerking in het team.’
- Uit de beschrijving van de aanpak van de post-poliodag blijkt al dat Nollet de mens als vertrekpunt voor de zorg kiest en niet de aandoening, het ziektebeeld. Daar zitten in het verhaal van Nollet twee kanten aan. In de eerste plaats de organisatie van de zorg en in de tweede plaats de manier waarop uiteindelijk besloten wordt tot een behandeling.In de geneeskunde wordt de zorg nog steeds georganiseerd rond genezing van aandoeningen, zo benadrukt Nollet. De indeling van een ziekenhuis in afdelingen met afzonderlijke specialismen, de druk vanuit de omgeving op ziekenhuizen om het profiel aan te scherpen, het is allemaal gebaseerd op het beeld dat de mens een meccanodoos met onderdelen is, die stuk voor stuk kunnen uitvallen en dan gerepareerd moeten worden. Het werk van Nollet laat zien dat het anders kan, dat in de zorg het functioneren van mensen centraal kan staan, ‘hoe iemand zich in het dagelijks leven in de maatschappij kan blijven redden; met de hoogst mogelijke kwaliteit van leven.’
Nollet spreekt de hoop uit dat zo’n aanpak ook een halt toeroept aan de stijgende ziektekosten. “Door het functioneren van mensen in het dagelijks leven centraal te stellen in de gezondheidszorg, in plaats van de ziekten, kunnen we wellicht beter het dreigend zorginfarct opvangen.’
Als we de mens als vertrekpunt van de zorg nemen, dan leidt dat ook tot een andere manier van besluitvorming over de keuze van een behandeling. In de geneeskunde wint de opvatting terrein dat arts en patiënt samen tot een beslissing moeten komen. Nollet wil een stap verder gaan. Artsen zijn geneigd om ‘vragen [te] stellen om te handelen, vanuit een eigen afvinklijstje’. In plaats daarvan zouden artsen moeten leren om vragen te stellen om werkelijk te luisteren. Bij aandoeningen zoals spierziekten is het de mens die zich steeds opnieuw moet leren verhouden tot de toenemende beperkingen. Hierbij is hulp nodig. Hulp bijvoorbeeld om te komen tot keuzes, waarbij de mens de regie in handen houdt en uiteindelijk zelf de beslissingen neemt.
Denk nog even aan ‘meneer Bensdorp, die thuis traint met een app. Dat werkt motiverend en met trainen betrek je mensen bij hun behandeling, maak je ze mede verantwoordelijk. Ze kunnen zelf iets doen door zo goed mogelijk in conditie te blijven, als dat tenminste mogelijk is. En die apps zijn natuurlijk ook gewoon leuk.’
Een bevlogen afscheidscollege met een duidelijke boodschap, dat is het zeker. Het gehoor zal zich vast de voorbeelden uit de praktijk van Nollet blijven herinneren. Maar het is te hopen dat ook de boodschap van Nollet goed wordt verstaan en ter harte genomen.
Het afscheidscollege van Frans Nollet is nog te bekijken op de site van de HVA Deze link opent in een nieuw tabblad