Bij het ALS Centrum lopen diverse onderzoeken naar onder meer oorzaak, behandeling en zorg voor mensen met ALS, PSMA en PLS. Lees meer over het onderzoek naar de biologische processen achter ALS en het onderzoek rond zelfcompassie-interventie.
Onderzoeken naar processen ALS en kwaliteit van leven
Let op. Dit is een ouder bericht. Het kan zijn dat de inhoud niet meer actueel is.

Zelfcompassie
Dr. Marion Sommers-Spijkerman is gezondheidswetenschapper en werkzaam als postdoc bij het UMC Utrecht. In haar onderzoek richt zij zich op het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen met ALS en hun naasten. Ze schreef een artikel over een onderzoek naar een online zelfcompassie-interventie voor mensen die leven met ALS dat 11 september verscheen in het Engelse Journal Amyotrophic Lateral Sclerosis and Frontotemporal Degeneration Deze link opent in een nieuw tabblad.
Het hoofddoel van die online zelfcompassie-interventie was om zelfcompassie te bevorderen om beter om te gaan met emotionele stress als gevolg van ALS. Aan deze Nederlandse studie hebben twintig personen (patiënten en naasten) meegedaan. De interventie bestond uit zes modules bestaande uit psycho-educatie, zelfreflectieve en ervaringsgerichte oefeningen en korte video’s over ervaringen van patiënten en naasten die met ALS leven.
De uitkomsten van het onderzoek waren dat een zelfcompassie-interventie acceptabel lijkt voor mensen met ALS, maar de gunstige effecten en de betrokken mechanismen moeten nog worden vastgesteld in grotere en meer diverse studies.
Biologische processen achter ALS
Het onderzoeksteam van Jeroen Pasterkamp, hoogleraar Translationele Neurowetenschappen aan het UMC Utrecht, verkreeg belangrijke inzichten in hoe een genetische afwijking kan bijdragen aan de ontwikkeling van ALS. Het team ontdekte dat een specifieke DNA-verlenging in het ATXN2-gen, die bij ongeveer 5% van de mensen met ALS voorkomt, leidt tot celbeschadigingen en een verminderde energieproductie in zenuwcellen. Dit werpt nieuw licht op de biologische processen achter de ziekte.
Daarnaast toonde het onderzoek aan dat deze genetische afwijking het ziekteproces van ALS kan versnellen, wat suggereert dat het ATXN2-gen een belangrijke rol speelt in het verergeren van de ziekte. Deze bevindingen bieden nieuwe aanknopingspunten voor wetenschappers om gerichte therapieën te ontwikkelen die de effecten van deze genetische afwijking kunnen remmen of corrigeren. Lees het volledige nieuwsartikel op de website van UMC Utrecht Deze link opent in een nieuw tabblad.